Aardpeer

Wanneer planten: Maart-April Oktober-November
Wanneer oogsten: na de eerste nachtvorst

Goede buren: Kool, Raap
Slechte buren: Zuring

Aardpeer is een makkelijk te groeien plant.
De knol heeft een klei achtig, goed doorlatende grond nodig. Je hoeft deze snelle schieter niet bij te mesten.
Doe dit op een zonnige plek of een plek met half schaduw.

De plant vermeerderd in een rap tempo dus als je niet heel je tuin vol wilt hebben is het aan te raden om dit in een grote teil of bouwemmer te oogsten.

Op twee vierkante meter kun je al gauw 10 kg knollen oogsten.

De planten kunnen variëren in hoogte per soort. 
Er zijn planten die 1,5 meter hoog worden maar ook planten die boven de 3 meter uit komen.
Er komen gele bloemen uit zodra de plant in bloei komt.

Je kunt de knollen maar een paar dagen in de koelkast bewaren. Zodra ze uit de grond komen verliezen ze langzaam hun kleur en worden ze bruin.

Als je de knollen oogst voor consumptie hoef je deze niet te schillen.
Ze hebben een zoete noot achtige smaak die toch ook weer aan artisjokken doet denken.
De knol is rauw te eten in salades, gekookt, gebakken, in soepen, noem maar op.

Let wel op dat als je aardpeer eet je er goed winderig van kunt worden.

Aardperen bevatten inuline, een suiker die goed is voor diabetici omdat bij de vertering van inuline geen, voor diabetici moeilijk afbreekbare, glucose vrijkomt.