Wanneer planten: Maart-April
Wanneer oogsten: Juni-September
Goede buren: Bloemkool, Bonen, Erwten, Knoflook, Munt, Spinazie, Spruiten, Suikermais.
Slechte buren: Komkommer, Pompoen, Selderij, Tomaat.
Plaats de aardappelen 50-60 cm uit elkaar en ongeveer 12-15 cm diep.
Als de plant begint te groeien aard de plant nog aan zodat er in deze toegevoegde grond meer aardappeltjes kunnen groeien.
Doorgeschoten aardappelen. |
Voor kleine aardappeltjes (krieltjes) oogst je ze vroeg in het seizoen.
Het oogsten van aardappelen gaat het makkelijkst als het een paar dagen droog is geweest met een spitvork zodat je niet alles kapot trekt.
Graaf niet de gehele plant op maar hetgeen wat je op dat moment nodig hebt.
Vul het gat waaruit je geoogst hebt weer op met zand zodat daar weer aardappelen kunnen groeien.
Let op dat de aardappel onder de nachtschade familie behoort.
Alle groene delen van de plant zijn giftig en niet voor consumptie bedoelt!
Bewaar de geoogste aardappelen droog en koel en controleer zo nu en dan op rotte aardappelen.
Houd er rekening mee dat er verschillende aardappelsoorten zijn en de eigenschappen van de planten kunnen verschillen.
Aardappelen zijn gevoelig voor schimmels en ziektes. Houd ze dus regelmatig in de gaten. De aardappelziekte is makkelijk te zien door bruine vlekjes op het blad van de plant.
Bladluis en de coloradokever zitten graag op de aardappelplant en eten hier ook van.
er zijn ook kleine aaltjes die ervoor zorgen dat de aardappel niet goed groeit (aardappelmoeheid). Deze zijn niet duidelijk te zien met het blote oog net zoals de rondwormen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten